Verdriet en tegenslag krijgen Groene Ster niet klein

Voor Groene Ster was 2020 een jaar van uitersten. De trainer zag de kans op een landelijke prijs in rook opgaan, plots overleden twee clubmensen, nagenoeg de complete selectie kreeg corona en de KNVB nam de ploeg uit het landelijke bekertoernooi. Een verhaal over klein en groot leed. „Het is makkelijk om na een zege op VVV met z’n allen de polonaise te lopen, maar veel mooier was het om te zien hoe we samen met verdriet en tegenslag omgingen.”

Voor Maurice Verbunt kan het de eerste maanden van 2020 niet op. Met Groene Ster staat de coach, na de eerste weken van het seizoen als nieuwkomer zelfs even de ranglijst in de derde divisie te hebben aangevoerd, keurig in de middenmoot. De ploeg heeft handhaving volledig in eigen hand. En persoonlijk maakt hij kans uitgeroepen te worden tot beste amateurtrainer van Nederland. Vijf concurrenten heeft de Limburgse oefenmeester voor de Rinus Michels Award, een prestigieuze prijs in voetballand. De trotse Verbunt ziet zich al staan, in smoking, op het voor begin mei geplande gala in het stadion van PEC Zwolle. „Mijn vrouw zou meegaan. En een delegatie van Groene Ster. Ik had er zin in.” Het loopt anders. Het coronavirus, dat Nederland dan al enkele weken in een wurggreep houdt en alle competitievoetbal heeft getackeld, draait het feestje in Zwolle de nek om. Als alternatief komt er een onlineversie van de trainersverkiezing. Alle stemmen worden geteld, maar op de valreep besluit de organisatie de Rinus Michels Award toch niet uit te reiken. Verbunt baalt. „Voor een Nederlandse amateurtrainer is dit de hoogste onderscheiding die je kunt krijgen. Voor mij was het een domper dat het niet doorging.”

Tegelijkertijd is het maar klein leed, beseft Verbunt, die enkele weken later als erkenning wel nog een vervangende award ontvangt van de VVON, de vakbond voor oefenmeesters. Peanuts vergeleken met de werkelijke ellende om ons heen. Dagelijks ziet hij de stijgende coronacijfers en hoe de gezondheidszorg in Nederland naar adem hapt. Voetbal is dan maar voetbal… Dat sport bijzaak is, blijkt later die maand eens te meer. Op 21 mei wordt Groene Ster geconfronteerd met het bericht dat clubman Berry Schots plotseling is overleden. Een groot verlies voor de vereniging uit Heerlerheide. Zelfs nadat zijn zoon Kenneth in 2011 bij een verkeersongeval om het leven was gekomen, was Schots niet weg te denken op sportpark Pronsebroek. „Berry heeft bij onze club de kracht gevonden om na de dood van Kenneth verder te gaan”, eert voorzitter Jos Op ’t Eijnde postuum de man die onder meer veel werk verzette in de kantine. „Hij was leider van het jeugdteam waarin zijn zoon destijds voetbalde en is in de jaren daarna bij die jongens betrokken gebleven. Tot aan het tweede elftal toe, waarvan Berry tot op het laatst assistent-trainer was.”

Ondanks de beperkingen vanwege corona volgt er een indrukwekkend afscheid. Bij de poort van Pronsebroek houdt de lijkwagen halt. De spelers van het tweede team vormen een erehaag voor Schots, groene fakkels en de klanken van You’ll Never Walk Alone doen de rest. Nu, bij het terugblikken op het jaar, krijgt hoofdcoach Verbunt er nog kippenvel van. „Berry stond op vrijdagavond altijd achter de bar. Als wij klaar waren met trainen, wilde hij wel eens een briefje van tien euro op het dartbord hangen. ‘Wie triple 20 gooit, mag dat hebben’, zei hij dan. Dat was typerend voor hem.”

Als ik dan zie hoe de jongens alles hebben opgepakt in deze moeilijke tijd, hoe gretig ze zijn, dan geeft mij dat enorm veel energie. Trainer Maurice Verbunt

Goed nieuws
Maar het leven gaat door. In de zomer komt er goed nieuws: na maanden zonder wedstrijden wordt competitievoetbal weer mogelijk. Begin september schiet Groene Ster, samen met EVV de hoogst spelende amateurclub van Limburg, als een komeet uit de startblokken. Tien punten na vijf duels, slechts één nederlaag. Ook in de kwalificatiefase van het KNVB-bekertoernooi – waarin Groene Ster in recente jaren van zich deed spreken, met de triomf op eredivisionist VVV (2019) als climax – doet de club het goed. Via zeges op VV Scherpenzeel en Excelsior’31 verzekeren Verbunt en zijn mannen zich opnieuw van een plek in de eerste ronde.

Maar luttele dagen na het treffen met Excelsior’31 in Rijssen volgt er nieuwe tegenslag. Verbunt krijgt op zaterdag, daags voor de derby tegen EVV, een telefoontje van een speler. Die voelt zich niet lekker. Op zondagochtend volgen er nog een paar, ziet ook Maikel van Kesteren in de groepsapp. „Zo kort voor de aftrap zo veel afmeldingen… Dat had ik in al die jaren nog nooit meegemaakt”, zegt de aanvoerder, bezig aan zijn veertiende seizoen in de hoofdmacht. Er gaat een streep door de wedstrijd tegen EVV. Het komt Van Kesteren niet eens zo slecht uit. De routinier (33) is zelf ook slapjes. „Weinig energie.” Net als zijn teamgenoten laat hij zich testen. Op dinsdag belt de GGD: hij heeft corona. Thuis gaat hij meteen in quarantaine. „Ik kreeg allerlei instructies. ‘U moet een aparte badkamer en apart toilet gebruiken. En als u die niet heeft, dan moet u alles na elk gebruik schoonmaken.’ Ineens is niets meer vanzelfsprekend, zelfs niet in jouw eigen huis. Heel ingrijpend voor het dagelijks leven.”

Verbunt komt daar achter wanneer ook hij positief test op het virus. Een lot dat uiteindelijk zestien mensen in en rond de selectie treft. „Zelf had ik gelukkig milde klachten. Koude rillingen, maar geen koorts. Wel verloor ik na een paar dagen mijn geur en smaak. Twee weken heb ik niks kunnen ruiken en proeven.” Ondanks dat hij niet echt ziek wordt, bespeurt de coach welke impact het virus thuis heeft. „Ik heb die dagen op de slaapkamer van mijn jongste zoontje van 6 geleefd, terwijl de rest van het gezin beneden zat. Als hij het eten kwam brengen, klopte hij op de deur en zei: ‘Papa, even wachten tot ik weg ben.’ Het liefst wilde ik hem vastpakken en knuffelen. Maar dat mocht niet. Ja, dan zie je zo’n menneke breken… Dat is heftig hoor.” Waar de zestien besmet zijn geraakt? Bij een van de laatste tegenstanders misschien? Niemand weet het. Wat doet het er ook toe. Belangrijker is dat ze snel zijn hersteld. „Al merk je echt dat je minder conditie hebt”, heeft Van Kesteren ervaren.

Sprookje
De net begonnen competitie is dan alweer stilgelegd. Corona biedt de routinier de tijd om rustig na te denken over zijn toekomst: hij komt tot de conclusie dat het na dit seizoen goed is geweest in de top van het amateurvoetbal en dat hij op een lager niveau, bij een andere club, verder wil gaan. „Ik heb met Groene Ster alles meegemaakt. Twee kampioenschappen, bekerwedstrijden tegen VVV, Heerenveen en AZ, spelen in de derde divisie. Mooier gaat het niet meer worden.”

Sterker nog, een nieuw sprookje in de KNVB-beker zit er voor Groene Ster deze jaargang niet in. Vanwege corona haalt de bond alle amateurclubs uit het toernooi. Wachten tot bijvoorbeeld januari willen ze in Zeist niet, omdat dan het speelschema van de profclubs overvol raakt. Het steekt de mensen op Pronsebroek. „De KNVB-beker is betaald voetbal, met alle veiligheidsplannen die daarbij horen”, zegt Op ’t Eijnde. Verbunt vult zijn voorzitter aan: „Tegen VVV vorig jaar moest er hier op het sportpark een uitvak worden geregeld, voor fans van de tegenstander. Toen golden de regels van het profvoetbal. En nu zijn we ineens weer een amateurclub en mogen we niet meer meedoen. Ons is iets moois ontnomen. Dat voelt onrechtvaardig.”

En het leed is nog niet voorbij. Met Hub Dirks overlijdt eind oktober plots nog een prominent lid. Een vaste supporter die zich ook in de kantine graag nuttig maakte. „Twee super vrijwilligers verliezen in zo’n korte tijd is ongekend”, vertelt Op ’t Eijnde. „Het is zoeken naar een speld in de hooiberg als je het over vrijwilligers hebt. Gelukkig stonden er hier meteen andere mensen op.”

Sfeer
Ook dát is Groene Ster, weet Verbunt. „Je kunt een boek schrijven over wat hier dit jaar is gebeurd. Het is makkelijk om na een zege op VVV met z’n allen de polonaise te lopen, maar veel mooier was het om te zien hoe we samen met verdriet en tegenslag omgingen. Het tekent de familiaire sfeer binnen deze club.”

Wat de coach, los van de donkere momenten, van 2020 heeft opgestoken? „Ik heb geleerd creatief te zijn. Hoe? Door andere spelvormen te bedenken. De voorbije maanden moesten we totaal anders trainen. Met anderhalve meter afstand. Nou, zoiets leer je niet op een trainerscursus. Dus moet je zelf wat verzinnen. Als ik dan zie hoe de jongens alles hebben opgepakt in deze moeilijke tijd, hoe gretig ze zijn, dan geeft mij dat enorm veel energie.”

Zo trekt iedereen bij de club zijn eigen lessen uit dit turbulente jaar. Ook de voorzitter. „Gelukkig hebben wij financieel wat spek op de ribben en zijn we nauwelijks sponsors en leden kwijtgeraakt. Toch is het heel lastig besturen als je niet weet wanneer bepaalde dingen weer mogen. Groene Ster is meer dan alleen het eerste elftal in de derde divisie. Hoe langer het duurt dat de jeugd en recreanten geen competitie hebben, hoe groter de kans dat ze straks kiezen voor een andere sport of hobby. Dat is mijn grote angst.”

En Van Kesteren? Die hoopt vooral dat hij met Groene Ster het seizoen op enig moment kan hervatten. „Dat het vaccin maar snel komt. Want ik moet er niet aan denken dat ik mijn laatste wedstrijd in het shirt van deze club al heb gespeeld.”

Tekst: Frank Buschmann
Bron: De Limburger

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *